Sinds enige weken is de R weer in de maand. Zelf associeer ik dat met misschien wel een van de meest vieze dingen die ik als kind moest eten: iedere ochtend een lepel levertraan. Dat was gezond, zo heette dat, maar verder werd het gebruik niet echt theoretisch onderbouwd. Dat gebeurde eigenlijk pas ver in mijn latere studie geneeskunde. Wat is namelijk het geval: zo’n lepel bevat een duizelingwekkende hoeveelheid vitamine D. En over dit vitamine is de laatste jaren veel te doen.

Functies van Vitamine D

Eerst even wat basiskennis, zoals we dat tot nu toe leerden. Vitamine D heeft verschillende functies. De belangrijkste is om de hoeveelheid Calcium en Fosfor in het bloed op peil te houden. Door de opname van Calcium te bevorderen is Vitamine D onontbeerlijk voor sterke botten. Bovendien speelt het een rol bij de algemene afweer en bij de groei en differentiatie van cellen. Een belangrijke bron van Vitamine D is zonlicht. Het mechanisme is dat UV straling de vorming ervan in de huid aanzet, waarna er een omzetting plaatsvindt in de lever en de nieren in een actieve vorm. Allemaal leuk en aardig, wisten we al lang, maar wat is er nu zo nieuw aan dit vitamine ontdekt?

Meer dan alleen sterke botten

Welnu, iets heel belangwekkends. Blijkens een artikel in de Archives of Internal Medicine, een zeer gezaghebbend vaktijdschrift, is er groeiend wetenschappelijk bewijs dat dit zonlicht vitamine, zoals het soms genoemd wordt, veel meer doet dan alleen voor sterke botten zorgen. Zelfs in normale doseringen zijn er verbanden aangetoond tussen gebruik van het vitamine en verlaging van risico voor ziektes als kanker, diabetes en multipele sclerose.
Een van de auteurs van het belangwekkende artikel gaat zelfs zo ver dat hij meent dat je alle andere vitamine supplementen niet eens meer hoeft te nemen, als je die ene, namelijk Vitamine D maar dagelijks tot je neemt. De gepubliceerde analyse ging over 18 studies die in de loop der jaren waren gedaan en behelsde daarmee een totaal van niet minder dan 57.000 patiënten. In de loop van 6 jaar bleek dat degenen die extra Vitamine D hadden geslikt gemiddeld 7 % minder risico hadden om te overlijden, aan wat voor aandoening dan ook.

Levenverlengend

Kortom, er zijn sterke aanwijzingen dat het consistent nemen van extra Vitamine D mogelijk het leven verlengt. En dat komt doordat het allerlei andere aandoeningen die duidelijk de levensverwachting sterk kunnen bekorten op veilige afstand houdt. Het enige punt is: waar moet je het vandaan halen in je dagelijkse eten. En dan blijkt ineens dat die lepel buitengewoon vieze levertraan zo gek nog niet is. Om daarmee weer het aloude adagium te bekrachtigen: ‘Mother knows best’.